Ellis & Bernie

Mensen

Ellis Cohen Paraira

 

TANTE MIEN

In 1938 overlijdt Suze Nabarro, de moeder van Ellis, aan kanker. Ellis is dan 13 jaar. Haar vader hertrouwt in 1941 met Mien Schpektor. Zij was de beste vriendin van haar moeder. Ellis en Bob zijn erg blij met haar. Ze noemen haar eerst ‘tante Mien. Als de oorlog voorbij is, spreken ze af haar ‘mamsje’ te noemen. Mamsje komt elk jaar naar Israël om Ellis en Bob te bezoeken. Ze overlijdt op 83-jarige leeftijd.

VADER

David Cohen Paraira trouwt op zijn vijfentwintigste met Suze Nabarro. Ze krijgen twee kinderen: Ellis en Bob. Wanneer hij in 1934 een baan bij Ritmeester Sigarenfabrieken krijgt, verhuist hij met zijn gezin van Amsterdam naar Den Haag. In 1938 overlijdt zijn vrouw. Drie jaar later hertrouwt hij met Mien Schpektor. Na de oorlog keren ze samen terug naar Den Haag en pakt hij zijn werk bij Ritmeester weer op. In 1951 overlijdt de vader van Ellis aan een hartaanval, hij is 54 jaar.

BROER BOB

Bob is twee jaar jonger dan Ellis. Ze kunnen goed met elkaar opschieten. Op het Joods Lyceum wordt hij verliefd op Edith Neuburger. Als hij moet onderduiken verliezen ze elkaar uit het oog. Na de oorlog emigreert hij naar Palestina (later Israël). Daar trouwt hij met de Nederlandse vrouw. Ze krijgen vier kinderen.

IDA VAN PESCH

Ida of Ietje is de beste vriendin van Ellis en is niet-joods. Ze gaan samen naar de MMS (middelbare meisjesschool). Als de joden hun fiets moeten inleveren, krijgt Ida de nieuwe fiets van Ellis. In plaats daarvan geeft Ellis de verroeste fiets van Ida aan de Duitsers. Na de oorlog houden Ellis en zij contact met elkaar. De fiets van Ida staat in een museum in Israël.

EDITH NEUBURGER

Edith behoort tot de vriendengroep van Ellis en Bernie. Op het Joods Lyceum wordt ze verliefd op Bob, de broer van Ellis. In augustus 1942 krijgt ze een oproep voor de werkkampen en duikt samen met haar zus onder. Ze wordt opgepakt en komt in Auschwitz terecht. Edith overleeft de oorlog en emigreert naar Amerika. Ze krijgt twee kinderen.

Bernie Spier

 

Vader

Filip Spier wordt in 1893 geboren in Avereest (Overijssel). Hij trouwt in 1922 met Lina Cardozo. Twee jaar later wordt Bernie geboren. In de oorlog duiken ze samen onder. Als ze op 7 september 1943 in Amsterdam worden opgepakt, moeten ze met een straftransport naar Auschwitz. Waarschijnlijk is hij daar bij aankomst meteen vergast.

Moeder

Lina Cardozo groeit op in Amsterdam. Ze trouwt in 1922 met Filip Spier en verhuist naar Den Haag. Daar wordt hun zoon Bernie geboren. In de oorlog duiken ze samen onder. Als ze in Amsterdam worden opgepakt, moeten ze op straftransport naar Auschwitz-Birkenau. Lina komt terecht in een barak van de afdeling medische experimenten. Ze wordt afgevoerd en overlijdt in 1944.

Eddy Jas

Eddy Jas is de beste vriend van Bernie. Ze doen alles samen. Eddy en Bernie werken in de oorlog ook samen bij de Joodse Raad. Eddy gaat in april 1943 met zijn ouders en kleine zusje Hester op transport naar Kamp Vught. Vlakbij het kamp in Moerdijk graaft hij de hele dag tankgrachten. Op 3 juli 1943 moet hij op transport naar Westerbork. Op 16 juli 1943 wordt hij in Sobibor vergast.

Hester Jas

Hester is het kleine zusje van Eddy Jas. Oom Dolf uit Amsterdam is niet-joods en wil haar graag in huis nemen, zodat ze veilig is. Maar haar vader en moeder kunnen geen afscheid van haar nemen. In april 1943 gaat ze samen met haar ouders en Eddy naar Kamp Vught. Daar aangekomen moet ze naar de kinderbarak. Op 7 juni 1943 gaat ze mee met het grote kindertransport naar Sobibor. Daar wordt ze op 11 juni vergast.

Alice Cohen

Alice is een poosje de vriendin van Eddy Jas. Ze kent Bernie ook goed. Haar vader is scheikundeleraar op het Joods Lyceum. In september 1942 duikt ze samen met haar broer Herman en haar ouders onder in Den Haag. Bij een leerling van haar vader. Omdat het daar klein en benauwd is, gaan ze weer terug naar hun huis.  Alle spullen zijn dan weggehaald en ze worden opgepakt. Alice moet op transport naar Auschwitz. Daar wordt ze op 17 september 1942 vergast.