Zeventien jaar zijn ze en smoorverliefd, Ellis Cohen Paraira en Bernie Spier. Vaak zitten ze op een bankje in Scheveningen. Zoenend, lachend en pratend. En dan moeten ze afscheid nemen. Want het is oorlog. ‘Als alle ellende voorbij is, zien we elkaar hier terug’, beloven ze elkaar. Ze spreken ook af een dagboek bij te houden. Na de oorlog wacht Ellis elke dinsdagmiddag op ‘hun’ bankje. Maar Bernie komt niet meer terug.